Dan kon een gesprek ontstaan en kon men binnengevoerd worden in een opmerkelijke ruimte die zich aan alle bekende criteria onttrekt. Het eerste waar men ook nu nog tegenaan loopt is een imposante kolom gemaakt van dikke houten delen die het huis erboven lijken te schragen. Daaromheen een veelheid aan objecten, materialen en schilderijen in raadselachtige composities. Een woonruimte is het duidelijk niet, want nergens staan stoelen of een tafel, maar het is ook geen winkel, want niets lijkt er te koop. Voor een opslag van oude spullen zijn de dingen weer te zorgvuldig gearrangeerd, maar ondanks de tekeningen en schilderijen die er hangen is het ook geen galerie. Het werk is niet genummerd, er zijn geen prijslijsten noch is er een galeriehouder die het werk probeert te verkopen. De schepper van dit raadselachtige universum heeft nog het meeste weg van een gids die er genoegen in schept zijn gasten rond te leiden in zijn voor hen onbekende wereld.
Maar wie van hem een heldere uitleg verwacht, komt bedrogen uit. Zeker, hij staat graag te woord en is bereid om over alles uitleg te geven, maar zijn woorden omkleden het werk eerder dan dat ze het verhelderen. Ze voeren dieper binnen in een labyrint van beelden en samenhangen zonder de oriëntatie te bieden waar men licht vertwijfeld naar op zoek is. Het is alsof iemand in een vreemde taal een diepe waarheid uitspreekt die men wel meent aan te voelen, maar toch niet echt verstaat. Wie deze wereld betreedt, moet bereid zijn de vertrouwde werkelijkheid met nieuwe ogen te zien. Wie daar de openheid voor mist, zal vooral verward of misschien zelfs geïrriteerd raken. Maar voor wie daar wel ontvankelijk voor is, kan er een wondere wereld opengaan die op een nieuwe manier naar de werkelijkheid en het eigen leven laten kijken.
Uit: Pieter van der Ree, Huis en Huid I, 2013, p. 5.